Het leukste onderdeel van zelf kleding maken, is natuurlijk om op zoek te gaan naar een toffe stof die precies bij jouw wensen past. Wanneer je die ene stof hebt gevonden komt al snel de volgende vraag: “hoeveel stof heb ik eigenlijk nodig?”. In deze blog vertel ik je hoe je dit eenvoudig uit kunt rekenen.
Verschillende breedtes
Misschien is het wel belangrijk om eerst te vermelden dat er verschillende stoffen bestaan, denk hierbij aan verschillende materialen, printjes enz. Deze stoffen koop je meestal dubbelgevouwen op een rol. De twee zelfkanten liggen hierbij op elkaar en aan de andere kant vind je de stofvouw.
Stoffen zijn er in verschillende breedtes, meestal zal de stof 1,40 breed zijn, maar soms zie je ook dat de stof smaller of juist wat breder is. Deze breedte is berekend als de stof niet is dubbelgevouwen. Heb je dus een stof gevonden van 1,40 breed. Dan is de stof dubbelgevouwen 70 cm breed.
Wanneer de stof is dubbelgebouwen dan is dit een stuk makkelijker voor het uitknippen van de patroondelen. Zo kun je een aantal patroondelen meteen tegen de stofvouw aanleggen, denk hierbij bijvoorbeeld aan een voor- en achterpand. Op deze manier worden deze onderdelen meteen 2x zo groot.
De andere patroondelen die niet tegen de stofvouw aankomen worden op deze manier meteen twee keer uit de stof geknipt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een mouw. Wanneer je deze uit dubbele stof knipt, heb je meteen 2 mouwen, waarvan er eentje ook nog eens in spiegelbeeld is, oftewel een linker- en een rechtermouw.
Zelf een spijkerjack maken
Wil jij ook leren hoe je zelf een spijkerjas kunt maken op de naaimachine (zelfs als je nog niet zo veel ervaring hebt)? In deze digitale video workshop laat ik je dit van begin tot eind zien.
Nu tijdelijk voor maar €47
Uitrekenen hoeveel stof je nodig hebt
Wanneer je gaat berekenen hoeveel stof je nodig hebt, dan is het dus belangrijk om op de breedte van de stof te letten. Hoe breder de stof des te meer patroondelen je naast elkaar kunt leggen. Het is eigenlijk een beetje puzzelen welke patroondelen je het beste naast elkaar kunt leggen, zodat je deze zo voordelig mogelijk uit de stof kunt gaan knippen. Houd hierbij nog wel rekening met de naadtoeslag. Bij sommige patroondelen moet je zelf nog de naadtoeslag aanknippen, hierdoor kun je de patroondelen niet strak tegen elkaar aan leggen.
Als je hebt uitgevogeld welke patroondelen het beste naast elkaar kunnen liggen is het tijd om de lengte van de stof te bepalen. Je meet nu de lengte van de langste patroondelen uit deze rij en telt deze bij elkaar op. Vergeet hierbij ook niet om de naadtoeslag en zoom hier ook in mee te nemen.
Bij patronen die uit meerdere onderdelen bestaan is dit soms wat lastiger en kost dit iets meer tijd. Maar bij patronen zoals broeken en rokken die uit niet zoveel patroondelen bestaan is dit vrij makkelijk. Zo heb ik zelf een tijdje terug een wat wijdere broek gemaakt. Het voor- en achterpand pasten naast elkaar op de stof. De bovenkant van de broek werd afgewerkt met een beleg. In dit geval had ik enkel de lengte van de broek + een klein stukje extra voor het beleg nodig. Wanneer de voor- en achterpanden niet naast elkaar pasten, zou je eigenlijk heel simpel twee keer de lengte van de broek nodig hebben. Vaak kun je de patroondelen nog wel een klein stukje in elkaar schuiven op het punt waar deze wat smaller zijn, maar dit is wel afhankelijk van het patroon dat je gebruikt.
Tips
Vind je het lastig om dit uit te rekenen en in te schatten? Kijk dan of je nog een stof in huis hebt liggen die dezelfde breedte heeft als de stof die je wilt gaan kopen. Leg hier alle patroondelen op en ga gewoon een beetje schuiven om te kijken hoe je deze zo voordelig mogelijk neer kunt leggen. Wanneer dit is gelukt kunt je eenvoudig opmeten hoeveel stof je precies nodig hebt.
Hoewel het heel verleidelijk kan zijn, zou ik je toch willen aanraden om patroondelen zo min mogelijk schuin op de stof te leggen (tenzij dit duidelijk in het patroon staat beschreven). Soms kan het voorkomen dat je bijvoorbeeld net een klein stukje stof te kort komt. En wanneer je het patroondeel dan net een beetje schuin op de stof zou leggen, zou het bijvoorbeeld wel passen. Dit lijkt een ideale oplossing, maar het kan er ook voor zorgen dat jouw zelfgemaakte kledingstuk straks veel minder mooi zal vallen. Dit heeft namelijk te maken met de draadrichting van de stof. Dit is de manier waarop de stof is geweven. Wanneer je de patroondelen gelijk legt met deze draadrichting, zal je het mooiste effect krijgen.
Let daarnaast ook goed op de vleug of de print van de stof. Er zijn bijvoorbeeld sommige stoffen waarbij de print van boven naar beneden loopt. Het is dan ook belangrijk om de patroondelen op die manier op de stof te leggen. Dit geldt ook voor stoffen met een vleug. Wanneer je dit niet zou doen, dan zou je anders zomaar een kleurverschil kunnen zien wanneer jouw kledingstuk straks helemaal af is. 😉