Bij veel kledingstukken zal je het patroondeel van een mouw tegenkomen, bijvoorbeeld bij blouses, jurken, jassen of truien. Het inzetten van een mouw is in de meeste gevallen vrij goed te doen. Maar wist je dat een mouw bewust een voorkant en een achterkant heeft? Op deze manier zal de mouw het beste tot z’n recht komen en het fijnst dragen. Maar hoe herken je de voorkant van de mouw? Je leest het hier.
In het begin had ik dit zelf om eerlijk te zijn nog helemaal niet door. Ik wist dat een mouw in de ronding moest komen, maar dat je hierbij ook moest letten op aan welke kant de mouw kwam, dat was mij nog niet helemaal duidelijk.
Maar eigenlijk is het wel vrij logisch. Wanneer je de bovenkant van de mouw namelijk wat beter bekijkt, dan zal je zien dat de vorm aan de linkerkant toch wat anders is dan aan de rechterkant. Bij het ene patroon zal dit wat duidelijker zijn, dan bij het andere patroon.
Maar hoe weet je nu welke kant aan het voorpand moet komen en welke kant aan het achterpand?
Tips voor het herkennen van de voorkant van de mouw
Tot nu toe heb ik zelf vrij veel naaipatronen gebruikt waarbij het patroondeel van de mouw zo is getekend dat de linkerkant de voorkant is. Zelf ga ik er dan eigenlijk ook altijd vanuit dat de linkerkant aan het voorpand moet komen. Toch ben ik soms ook wel eens wat patronen tegenkomen, waarbij dit juist andersom bleek te zijn. Dus bij twijfel kun je onderstaande tips ook nog gebruiken.
Op het papieren patroondeel vind je vaak verschillende hints die je laten zien hoe het kledingstuk precies in elkaar moet worden gezet. Zo herken je de voorkant van de mouw dan bijvoorbeeld heel eenvoudig aan het woordje ‘voor’. Dit kan ook een symbool zijn die dan weer matcht met een symbool op het voorpand ter hoogte van het armsgat. Het is dus altijd handig om bij het overnemen van de patroondelen hier even extra op te letten.
Tip! Wanneer je de patroondelen hebt uitgeknipt uit de stof en vervolgens los gaat halen van het papieren patroon, kan je hier soms de mist mee ingaan. Zelf plaats ik daarom altijd een speld aan de goede kant van de stof aan de kant wat de voorkant van de mouw moet worden. Je kunt de voorkant eventueel ook markeren door een heel klein knipje op deze plek te geven.
De vorm van de mouw kan je ook laten zien wat de voorkant is. Het eerste stukje van de voorkant loopt bijvoorbeeld een klein beetje hol. Terwijl de achterkant juist wat boller zal zijn.
Het is eigenlijk vrij simpel. De voorkant van de mouw grenst aan het voorpand. En de achterkant van de mouw grenst aan het achterpand.
Soms zie je ook dat een mouw uit meerdere onderdelen bestaat, je hebt dan een boven-mouw en een ondermouw. Het verschil is dan nog makkelijker te herkennen. 😊 Je kunt deze 2 onderdelen dan eerst aan elkaar vastnaaien en dan de mouw dan als één geheel in de ronding vast gaan zetten.
Zelf een spijkerjack maken
Wil jij ook leren hoe je zelf een spijkerjas kunt maken op de naaimachine (zelfs als je nog niet zo veel ervaring hebt)? In deze digitale video workshop laat ik je dit van begin tot eind zien.
Nu tijdelijk voor maar €47
Tips voor het inzetten van een mouw
Je kunt een mouw eigenlijk op twee verschillende manieren inzetten. Bij de ene optie stik je eerst de schoudernaden en de zijnaden van je blouse / jurk / trui / jas en mouw op elkaar. Je kunt hierna dan de ronding van de mouw in het armsgat vastspelden en vaststikken.
Zelf vind ik het fijner om eerst de schoudernaden op elkaar te stikken en hierna de ronding van de mouw in het armsgat vast te spelden. Dit kun je dan wat makkelijker vastnaaien, omdat je hier nu nog wat meer ruimte voor hebt.
Hierna kun je de zijpaden van het voor- en achterpand op elkaar vastspelden die doorlopen in de zijnaden van de mouw. Deze naad kun je dan in één keer vastnaaien.
Je zult zien dat het patroon van de mouw in veel gevallen wat groter is dan de ronding van het armsgat. Soms is dit best een beetje verwarrend. Maar hier wordt vaak bewust voor gekozen. Op deze manier krijg je namelijk net wat meer bewegingsvrijheid en komt de mouw niet te strak in het kledingstuk te zitten.
Het is daarom altijd wel de kunst om de extra ruimte van de mouw netjes te verdelen over deze ronding van het armsgat. Vaak helpt het om hierbij wat extra spelden te gebruiken. Als je merkt dat de mouw echt flink wat extra ruimte heeft, dan zou je deze eventueel ook heel licht kunnen rimpelen. De onderkant van de mouw (het gedeelte bij de oksel) kun je het beste wel zo strak mogelijk inzetten.