Het kiezen van de juiste maat van een naaipatroon, dat kan nogal lastig zijn. Zelf ben ik hier regelmatig mee de mist in gegaan. En ja dat kan zorgen voor aardig wat frustratie. Je hebt met hart en ziel aan je zelfgemaakte item gewerkt, bloed zweet en tranen. Het is af, tijd om te passen … en dan kom je er achter dat het kledingstuk of te groot of te klein, of te kort of te lang is. Geloof mij, hier wordt je niet blij van. 😉 En daarom in deze blog een aantal tips voor het kiezen van de juiste maat.
Allereerst is het denk ik handig om te benoemen dat de maten op het naaipatroon volledig los staan van de standaard kledingmaten uit bijvoorbeeld bekende kledingwinkels. Zeker in het begin ging ik er van uit dat ik bij het naaipatroon gewoon voor maat 34 kon kiezen, aangezien dat bijna altijd mijn kledingmaat in een kledingwinkel was. Helaas, dit blijkt niet zo te zijn. Het is zelfs zo dat verschillende merken ook weer allemaal verschillende maten aanhouden. Een maat 34 van de Knipmode kan bijvoorbeeld veel groter vallen dan een maat 34 van de Burda, of andersom. En dat brengt me dan ook bij de eerste tip:
Meten is weten
Bij vrijwel alle naaipatronen zie je een tabel staan met allerlei maten, zoals de bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte enz. En ja dit kan saai zijn, maar het is toch slim om deze bovengenoemde maten uit het naaipatroon toch even bij jezelf op te meten. Dit kun je eenvoudig doen met een meetlint. Meet het liefste ook over nauwsluitende kleding, zo dat je zo precies mogelijk kunt meten. Soms kan het handig zijn om hierbij even de hulp van iemand anders in te schakelen.
Je kunt dan bijvoorbeeld in de tabel van het naaipatroon deze maten omcirkelen. Wanneer je heel veel mazzel hebt, dan zal je zien dat alle opgemeten maten in één kolom van één maat vallen, bijvoorbeeld maat 36. Mocht dit niet zo zijn (9 van de 10 keer 😉) dan zal je zien dat je eigenlijk schommelt tussen verschillende kledingmaten.
Dit betekent absoluut niet, dan je een apart lichaam hebt dat uit proportie is. Dit is namelijk heel normaal. Degene die het patroon heeft gemaakt is uitgegaan van bepaalde “standaardmaten”. Gelukkig weten we allemaal dat niemand standaard is, en dat ieder lichaam weer totaal anders is. Zo heeft de één een grotere bovenwijdte en een smallere taille, terwijl de ander bijvoorbeeld weer een bredere heupwijdte heeft. Het voordeel van het maken van je eigen kleding is natuurlijk dat je de patronen zo kunt aanpassen dat het item straks helemaal goed bij jou past.
Naaimachine Scheurkalender 2025
Scheurkalenders zijn altijd leuk! Met deze digitale Scheurkalender ontvang je in 2025 iedere dag een leuke tip, weetje of tof extraatje. Leuk om cadeau te geven of om stiekem zelf te houden 😉
Maar hoe kies je de juiste maat op het naaipatroon?
Dit hangt of van wat voor soort kledingstuk je wilt gaan maken. Bij blouses, tops en jurken ga je meestal uit van de bovenwijdte. De bovenwijdte is namelijk over het algemeen wat lastiger aan te passen dan de andere maten. Je kiest dan simpelweg voor de bovenwijdte die het dichtste bij jouw eigen bovenwijdte ligt.
Voor kleding zoals, broeken en rokken ga je meestal uit van de heupwijdte. Toch hangt dit wel deels af van het patroon dat je wilt gaan maken. Maak je bijvoorbeeld een wijde rok die veel extra ruimte heeft bij de heupen, dan kun je het beste kiezen voor de maat die goed aansluit bij je taillewijdte. Het is daarom ook altijd slim om te kijken wat het model is van de kleding van het naaipatroon.
Het is namelijk zo dat een kledingstuk eigenlijk nooit precies gelijk is aan de maten die je hebt opgemeten bij jezelf. Bij de patronen wordt namelijk extra ruimte gerekend. Dit is omdat het patroon op deze manier meer draagcomfort krijgt. Wanneer je anders bijvoorbeeld een blouse zou maken van een stof zonder stretch, die precies gelijk is aan jouw lichaamsmaten. Dan heb je geen ruimte meer om te bewegen, dit zit dan als een soort, hele strakke, tweede huid om je heen. Dit zal absoluut niet fijn dragen. Daarnaast wordt er ook vaak extra ruimte bij het patroon getekend, zodat het patroon hierdoor een bepaalde uitstraling krijgt. Denk bijvoorbeeld aan een oversized jas, een wijde trui, een rok met plooien. Dit hoort bij het ontwerp van het naaipatroon, hier is bewust voor gekozen.
Toch kun je hier eenvoudig je voordeel mee doen. Je kunt bijvoorbeeld voordat je het patroon gaat maken, nakijken wat de maten van het uiteindelijke kledingstuk zijn. Soms staan deze bij het patroon vermeld. En anders zou je dit kunnen opmeten op het patroonblad. Misschien is die extra wijde rok ideaal voor jouw heupwijdte. Of past die oversized trui toch heel goed bij jouw wat grotere bovenwijdte. Ik zal je willen aanraden om wel zo veel mogelijk de maten van het patroon aan te houden. Maar kleine verschillen kun je op deze manier eenvoudig oplossen.
Een proefmodel
Mocht je echt twijfelen over de juiste maat van het naaipatroon, dan is het altijd aan te raden om eerst een proefmodel van dit naaipatroon te maken. Hier kun je gewoon een wat goedkopere stof voor gebruiken. Je kiest dan simpelweg de maat waarvan je denkt dat het de juiste is. Wanneer je dit proefmodel vervolgens past, kun je precies zien hoe het model valt en wat je eventueel zou willen aanpassen. Waar zitten er bijvoorbeeld nog wat plooitjes of waar zit het patroon te strak? Dit kun je dan zelf veranderen op het patroon.
Je hebt kans dat na één proefversie je al de juiste aanpassingen te pakken hebt. Maar dit zou je ook in een paar verschillende rondes kunnen doen. Dit kost natuurlijk wel aardig wat extra tijd. Maar zeker bij bijzondere items, wil je er natuurlijk zeker van zijn dat het patroon volledig klopt bij jouw lichaam.
Zeker in het begin kan het nog lastig zijn om te ontdekken welke patronen het beste bij jouw lichaam passen en hoe je bepaalde patronen het beste aan kunt passen. Maar wanneer je dit een aantal keer hebt gedaan, dan zal je merken dat je hier steeds meer handigheid in begint te krijgen. Je leert je eigenlijk lichaam ook steeds beter kennen en weet precies wat het beste bij jou past. Kortom het kiezen van de juiste maat op het naaipatroon, zal steeds makkelijker worden.
Tip! Twijfel je over de lengte van de mouwen, rok, broek, enz.? Dan kun je er altijd voor kiezen om deze patroondelen net wat langer te knippen. Wanneer je het kledingstuk dan naderhand gaat passen dan kun je precies zien wat de juiste lengte voor jou is. En eventueel kun je deze delen dan nog een stukje korter knippen.