Om de juiste maat te kunnen kiezen van een kledingpatroon is het belangrijk om te beginnen met het opmeten van je eigen kleding maten. Deze maten kun je dan vervolgens eenvoudig vergelijken met de maattabel van het naaipatroon. In deze blog lees je welke maten je het beste kunt nameten en hoe je dit kunt doen.
Wanneer je de opgemeten lichaamsmaten gaat vergelijken met de papieren patroondelen, dan zal je zien dat de papieren patroondelen altijd wat groter zullen zijn. Dit is omdat er in het patroon al bewust rekening is gehouden met wat extra ruimte, zodat het kledingstuk fijn draagt en zit. Het geeft je iets meer bewegingsruimte. Soms kan ook voor extra ruimte gekozen zijn, omdat hierdoor bijvoorbeeld een speciaal model ontstaat, neem bijvoorbeeld een oversized spijkerjack.
Om zo nauwkeurig mogelijk te kunnen meten is het belangrijk om het opmeten van de kleding maten over nauwsluitende kleding te doen. Maten zoals de bovenwijdte, taillewijdte en heupwijdte kun je prima zelf opmeten. Maar voor de overige maten is wat extra hulp altijd wel handig. Zo weet je zeker dat je goed recht meet en dat je hier niet de mist mee in kunt gaan.
Bovenwijdte
Van het opmeten van de eigen kleding maten is de bovenwijdte, eigelijk wel één van de belangrijkste maten. Dit meet je over het breedte gedeelte van de rug, over de borst. Het meetlint loopt onder je oksels door. De bovenwijdte wordt vrijwel altijd gebruikt als leidraad voor het kiezen van de juiste maat bij T-shirts, jassen, blouses en jurken. Je kunt dan eenvoudig jouw bovenwijdte vergelijken met de maattabel en vervolgens kijken welke maat van het naaipatroon hier het dichtste bij in de buurt ligt. Wanneer je bijvoorbeeld een jumpsuit of jurk gaat maken dan kan het zo zijn dat je bijvoorbeeld qua bovenwijdte een andere maat moet kiezen dan qua heupwijdte. Je zou er dan voor kunnen kiezen om deze twee kledingmaten te combineren, zodat je op deze manier een naaipatroon kunt maken wat precies bij jouw lichaam past.
Taillewijdte
Deze spreekt eigenlijk wel voor zich. Het is de omtrek gemeten rondom de taille, vaak is dit het smalte gedeelte. Wanneer je het lastig vind om te bepalen waar je taille precies zit, dan kun je er eventueel voor kiezen om een elastiek te plaatsen rond het smalste gedeelte (knoopsgatelastiek werkt hier ook goed voor). Zo heb je ook meteen een handige leidraad die bijvoorbeeld weer van pas komt bij het meten van de binnen- en buitenbeenlengte, de ruglengte en de zithoogte.
Naaimachine Scheurkalender 2025
Scheurkalenders zijn altijd leuk! Met deze digitale Scheurkalender ontvang je in 2025 iedere dag een leuke tip, weetje of tof extraatje. Leuk om cadeau te geven of om stiekem zelf te houden 😉
Heupwijdte
Meet het breedste gedeelte rondom de heupen. Vaak is dit ongeveer 17 – 23 cm onder de taille. De heupwijdte wordt meestal gebruikt om de maat van broeken en rokken te bepalen. In feite zou je hier ook de taillewijdte voor kunnen gebruiken. Maar omdat het in veel gevallen makkelijker is om de taillewijdte aan te passen dan de heupwijdte, wordt het vaak op deze manier gedaan. Ben je van plan om een wijde rok (bijvoorbeeld met plooien) te maken, dan kun je beter de taillewijdte aanhouden, aangezien er dan meer dan genoeg ruimte is voor de heupwijdte.
Ruglengte
Dit is de afstand van de bovenste rugwervel (wanneer je recht staat, dan kun je dit punt in je nek voelen als een soort bobbeltje) tot aan de taille.
Voorlengte
Dit is de afstand van het hoogste punt van de schouder wat tegen je hals aan ligt tot aan de taillelijn.
Borstbreedte
Wanneer je je armen langs je lichaam laat hangen, dan zal je zien dat er een klein “vouwtje” ontstaat bij het punt waar je arm begint, vlakbij de oksel. De borstbreedte meet je door de afstand te meten tussen deze 2 punten.
Rugbreedte
Dit werkt hetzelfde als het meten van de borstbreedte, maar dan over de rug. Dit zal ongeveer 10 cm onder de bovenste rugwervel zijn (het punt dat ook werd gebruik voor het meten van de ruglengte).
Schouderbreedte
Het punt van de zijkant van de nek tot het uiteinde van de schouder.
Halswijdte
Omtrek rond de onderkant van de nek.
Mouwlengte
Laat je armen langs je lichaam hangen en meet vervolgens de afstand tussen het uiteinde van de schouder en je pols. (Of hoe lang jij je mouwen natuurlijk wilt 😉).
Polswijdte
Dit is de wijdte rondom de pols. Om te voorkomen dat je deze wijdte te strak meet kun je er voor kiezen om twee vingers op de pols te leggen en hier overheen te meten
Bovenarmwijdte
De omtrek rond het breedste gedeelte van de bovenarm.
Zijlengte / Buitenbeenlengte
Van de taille tot aan het punt waar je de zoom wilt, gemeten aan de buitenzijde van je been. Als je een lange broek gaat maken is het slim om ook alvast na te denken welke schoenen je hierbij wilt gaan dragen. Zo voorkom je dat jouw broek anders straks per ongeluk te kort wordt.
Binnenbeenlengte
De afstand van het kruis tot de zoom, gemeten aan de binnenzijde van je been. Probeer dit zoveel mogelijk in een rechte lijn te meten, zonder dat je hierbij alle “rondingen” volgt.
Kniehoogte
Ga op één been staan, je andere knie buig je in een hoek van 90 graden waarbij je onderbeen naar achteren wijst. Vervolgens meet je de hoogte van de gebogen knie tot aan de grond.
Kniewijdte
De omtrek gemeten rondom het breedste gedeelte van de knie.
Enkelwijdte
Dit werkt hetzelfde als de polswijdte. Eventueel kun je weer twee vingers op de enkel leggen en hier weer overheen meten.
Zithoogte / Kruishoogte
Voor het meten van deze maat kun je het beste gaan zitten. Meet vervolgens de afstand van de taille tot het zitvlak van de stoel. Zorg er wel voor dat je dit in een rechte lijn meet en hierbij niet de ronding van je heupen volgt. Wanneer je dit lastig vind kun je hiervoor eventueel ook een liniaal in plaats van een meetlint voor gebruiken.
Bij het bepalen van de juiste maat zal je met name gebruik maken van de bovenwijdte, taillewijdte en heupwijdte. Toch kan het wel fijn zijn om de andere maten te vergelijken met het naaipatroon, zodat je hierbij eventueel al wat kleine aanpassingen aan kan brengen. Wanneer je aan de slag wilt met een bijzondere stof of wanneer je er echt zeker van wilt zijn dat het kledingstuk straks echt goed past, dan zou je er voor kunnen kiezen om eerst een proefmodel te maken. In deze blog vertel ik je hier nog veel meer over: “Waar moet je op letten bij het maken van een toile of proefmodel?”
Tip! Schrijf je maten meteen ergens goed op, zo hoef je niet bij ieder nieuw patroon weer te beginnen met het opmeten van de kleding maten. Het is wel slim om eens in de zoveel tijd wel even te controleren of de maten nog steeds kloppen. 😉