Een losse wordt vaak gebruikt als begin voor een haakproject. Eigenlijk is het niet meer en niets minder dan een lusje. Maar goed je moet natuurlijk wel weten hoe je dit kunt doen. In deze blog laat ik je dit stap voor stap zien.
Allereerst beginnen we met het maken van een lusje. Leg de draad om je vinger zoals te zien op onderstaande foto.
En trek de draad door het lusje.
In deze lus steek je je haaknaald. De lus trek je aan door aan het korte uiteinde van je draad te trekken.
De losse haak je nu als volgt: Sla de draad om je haaknaald.
En trek deze draad door het lusje wat al op je haaknaald stond.
That’s it. Wanneer je meerdere lossen wilt haken kun je dit meerdere keren herhalen.
Waar worden lossen bij het haken voor gebruikt?
Lossen worden meestal gebruikt aan het begin van een nieuw haakproject. Wanneer je bijvoorbeeld een rechte stuk wilt gaan haken voor bijvoorbeeld een tui, dan haak je eerst een rij met lossen. Dit wordt ook wel een lossenketting genoemd. In de volgende toer ga je dan in deze lossen de steken haken. Het is dus eigenlijk echt het begin, net zoals je bij breien ook de steken opzet.
Ook bij het begin van rondhaken kun je gebruik van lossen. Je haakt dan 2 lossen. En in de eerste gehaakte losse haak je vervolgens 6 v. op deze manier kun je in de vorm van een spiraal blijven haken en haak je automatisch in het rond.
Daarnaast komen lossen ook voor wanneer je heen en weer haakt. Dit zijn de zogenaamde keerlossen. Wanneer je bijvoorbeeld met stokjes haakt. Dan haak je 3 keerlossen aan het begin van iedere nieuwe toer. Je hebt je haakwerk dan net gekeerd, en met de keerlosse zorg je ervoor dat je weer op de juiste manier aan de nieuwe toer kunt beginnen.
Ten slotte zijn er ook verschillende decoratieve haaksteken waarbij je soms een lossen moet haken. Denk bijvoorbeeld aan de grannysteek en de welbekende granny squares.